Nummering parenteelstaat
Inleiding
Registersysteem
Henry-systeem
d'Aboville-systeem
de Villiers/Pama-systeem
Meurgey de Tupigny-systeem
Bronnen
Inleiding
Er zijn nogal wat systemen voor de nummering van parentelen in omloop. De belangrijkste systemen passeren hierna de revue en dan zal blijken dat zij niet geschikt zijn voor een website als deze:
1. Het parenteelnummer van een individu hangt af van de parenteel waarin hij of zij voorkomt. Verschijnt een individu in verschillende parentelen, dan krijgt dat individu evenzoveel verschillende nummers. Marit komt voor in alle, circa 100 parentelen van haar oudste voorouders, met circa 100 verschillende parenteelnummers, althans volgens deze nummeringssystemen.
2. In de traditionele opvatting over genealogie zijn kwartierstaten (voorouders) en parenteelstaten (nakomelingen) twee totaal verschillende werelden. De nummeringen van kwartierstaten en parenteelstaten zijn volkomen gescheiden.
3. Alleen bloedverwanten worden in de nummering opgenomen, geen aan-
verwanten (partners) of gerelateerden (ouders, broers en zusters of verdere familie van aanverwanten). Daarvoor is natuurlijk wel wat te zeggen: een parenteel gaat over familie; aanverwanten en verdere gerelateerden kunnen wel genoemd worden, maar vallen buiten de nummering. Echter, waar wij het op deze website hebben over ”de wolk van verwantschap”, zouden we toch graag iedereen willen nummeren.
Registersysteem
De New England Historic Genealogical Society (Boston, Massachusetts, United States of America, opgericht in 1845) ontwikkelde in 1870 het Register System voor gebruik in hun genealogisch register. Het systeem is geordend in generaties. De voorouder krijgt het nummer 1. Kinderen worden genummerd met romeinse cijfers i, ii, iii, iv, v enzovoort (kleine letters, hoofdletters zijn te overheersend) in volgorde van geboorte binnen het gezin. Kinderen met nakomelingen krijgen een extra arabisch cijfer, doorlopend genummerd, waarmee ze zijn te vinden in de volgende generatie.
De National Genealogical Society (Arlington, Virginia, United States of America, opgericht in 1903) heeft een aanpassing gemaakt op het registersysteem, ook wel het NGSQ System genoemd, naar hun tijdschrift ”The National Genealogical Society Quarterly”. Naast het romeinse cijfer voor de volgorde binnen het gezin, krijgen alle kinderen een arabisch cijfer, ook als zij geen nakomelingen hebben. Kinderen met nakomelingen worden met een + gemarkeerd. Met deze aan-
passing lijkt toch enige redundantie het nummeringssysteem binnen te sluipen.
Henry-systeem
Door Reginald Buchanan Henry ontwikkeld voor zijn publicatie over families van Amerikaanse presidenten uit 1935.
De voorouder krijgt het nummer 1 (een ander nummer kan ook). De kinderen worden genummerd in volgorde van geboorte: 11, 12, 13 enz. De kleinkinderen worden per kind (zijnde hun vader of moeder) genummerd in volgorde van geboorte. De kinderen van 11 zijn: 111, 112, 113 enz; de kinderen van 12 zijn: 121, 122, 123 enz. De achterkleinkinderen worden per kleinkind (zijnde hun vader of moeder) genummerd in volgorde van geboorte. De kinderen van 111 zijn: 1111, 1112, 1113 enz; de kinderen van 112 zijn: 1121, 1122, 1123 enz.
Per generatie is één cijferpositie beschikbaar in het Henry-nummer. Alle posities nummeren van 1 tot 9 (de nul doet niet mee). Zijn er meer dan 9 kinderen in een gezin, dan krijgt het tiende kind de letter X, alle volgende kinderen worden aangeduid met A, B, C enz. Het maximum is 35 kinderen per gezin.
Een aanpassing van het Henry-systeem zet getallen die meer dan één positie innemen, tussen haakjes. Bij meer dan 9 kinderen kan gewoon doorgenummerd worden: er is geen noodzaak meer om letters te gebruiken en geen beperking
op het aantal kinderen per gezin.
Met dit systeem kan de verwantschap uit het nummer afgeleid worden, bijvoor-
beeld: 621 is het eerste kind van 62, die het tweede kind is van 6, die het zesde kind is van zijn ouders.
d'Aboville-systeem
Dit systeem is ontwikkeld door de fransman Jacques d'Aboville in 1940. Populair in Frankrijk. Gebaseerd op het Henry-systeem, maar nu met punten tussen de generaties. Daarmee vervalt de eis van één cijferpositie per generatie. Er kan gewoon doorgenummerd worden; het gebruik van letters of haakjes is niet nodig.
In Duitsland is het d'Aboville-systeem ook bekend onder de naam System Sara-
gossa, terwijl System Aboville in Duitsland een variant is, waarbij de nummers beginnen met een hoofdletter om de generatie aan te geven: A1, B1.1, B1.2, C1.1.1, C1.1.2 enz.
In het Nederlandse genealogieprogramma Aldfear kan bij de uitvoer van parentelen gekozen worden voor nummering volgens het d'Aboville-systeem.
de Villiers/Pama-systeem
Ontwikkeld door Christoffel Coetzee de Villiers, genealoog in Zuid-Afrika, die deze nummering gebruikte in zijn publicatie Geslachtsregister der Oude Kaapsche Familien (na zijn dood in 1889 uitgegeven te Kaapstad, 1892-1895, 3 delen). Het systeem is in 1966 herzien door Dr. Cornelius Pama, Zuid-Afrikaans heraldicus en genealoog van Nederlandse afkomst.
Het is een nummering met letters en cijfers, waarbij de generaties gescheiden zijn door punten. De voorouder krijgt de letter a. De kinderen krijgen de letter b met een cijfer in volgorde van geboorte: a.b1, a.b2, a.b3 enz. De kleinkinderen krijgen de letter c met per gezin een cijfer in volgorde van geboorte. De kinderen van a.b1 zijn: a.b1.c1, a.b1.c2, a.b1.c3 enz.; de kinderen van a.b2 zijn: a.b2.c1, a.b2.c2, a.b2.c3 enz. Ik neem aan dat wanneer de x bereikt is, doorgenummerd wordt met aa, bb, cc enz.
Meurgey de Tupigny-systeem
Dit systeem is ontwikkeld door de fransman baron Jacques Meurgey de Tupigny, schrijver van historische, genealogische en heraldische werken en conservator bij het Archives Nationales in Parijs. Hij publiceerde deze methode in Guide des recherches généalogiques aux Archives Nationales (Paris, 1953).
Generaties worden genummerd met romeinse cijfers, te beginnen bij de voorouder. Binnen de generaties wordt doorlopend genummerd met arabische cijfers, dat wil zeggen: bij de overgang naar een volgend gezin, wordt gewoon doorgenummerd. Tussen de romeinse en de arabische cijfers is een koppelteken geplaatst.
Over Meurgey de Tupigny is op internet veel te vinden. Hij was zeer actief als schrijver en onderzoeker, en president van de Société Archéologique de Vervins. Echter, over de ontwikkeling en toepassing van zijn nummeringssysteem is maar weinig bekend. Wat er te vinden is, lijkt iedereen van elkaar over te schrijven: het systeem zou voornamelijk gebruikt worden in studies over een enkele familienaam en in adelijke genealogieën, via mannelijke lijnen.
Dat mag misschien zo zijn, maar het is niet inherent aan dit nummeringssysteem en het systeem staat daarin ook niet alleen. Alle hiervoor besproken systemen stoppen meestal bij een vrouwelijke afstammeling. Een getrouwde vrouw moet gezocht worden bij haar echtgenoot. Dat lijkt mij meer te maken te hebben met de geest van die tijd, want geen enkele van deze nummeringen verzet zich ertegen om door te gaan met vrouwelijke afstammingslijnen. Sinds in Nederland binnen een gezin eenmalig gekozen kan worden voor de familienaam van de man of die van de vrouw, is dat ook niet praktisch meer.
Ik besteed hieraan zo veel aandacht, omdat het meest gebruikte systeem in Neder-
land om parentelen te nummeren, veel lijkt op het Meurgey de Tupigny-systeem. Het Nederlandse systeem gebruikt echter geen cijfers na het romeinse generatie-
nummer, maar letters: I-a, I-b, II-a, II-b enz. Na de x wordt doorgenummerd met aa, bb enz. Kinderen die zelf een gezin stichten, krijgen een verwijzing: ”volgt IIa”, ”volgt IIb” enz. Dit systeem is het standaard en enige systeem in GensDataPro en er kan voor gekozen worden in Aldfear.
Het systeem is voor het eerst toegepast in het Nederlands Patriciaat, jaargang 1941 (het is dus kennelijk ouder dan het Meurgey de Tupigny-systeem). De redactie van dit tijdschrift liet zich waarschijnlijk inspireren door het Deutsches Geschlechterbuch, Handbuch Bürgerlicher Familien waarin het systeem al vanaf 1896 werd toegepast. Zie het artikel Genealogie, herkomst meest gebruikte nummeringssysteem van Rob van Drie (blog, 2012) voor meer informatie.
Bronnen
Persoonsnummering in genealogische uitvoer (GensData)
Numbering systems in Genealogy, Richard A. Pence